Column: Logeren bij Guidetti

Ik logeerde woensdagavond bij Guidetti. Ik lag onder een Feyenoorddekbedje en zal om journalistiek-ethische redenen er niet bij vermelden hoe ik me daarbij voelde. Guidetti had geen andersoortig beddengoed, zei hij toen ik binnenkwam. Zodoende rustte m’n hoofd op een kussensloop met daarop de getallen 19 en 99. Aan de muur hingen een poster van Julio Ricardo Cruz en een shawl met daarop ‘Kampioen van de PTT-Telecompetitie’. Hippe woordspeling voor die tijd, dacht ik.

John mompelde ook iets over de laatste landstitel, alsof hij er zelf bij was geweest. In werkelijkheid was hij toen zeven en speelde hij net een jaar in de jeugd van IF Brommapojkarna. John vroeg of ik een biertje wilde, maar ik sloeg het aanbod af. Ik ging namelijk niet voor de gezelligheid bij Guidetti logeren en ook niet omdat we bij Buitenkant Voet nadenken over een format als RTL’s ‘Chantal blijft slapen’. Ik logeerde bij Guidetti in het Spaanse Vigo omdat ik hem moe wilde maken. Ik zei dat ook gewoon tegen hem, toen hij, terwijl hij zijn Feyenoord-pyjamajasje aantrok, vroeg waarom ik er was. Ik zei: “John, ik ga maar gewoon effe heel eerlijk met je zijn: ik kom je moe maken, omdat je morgen met Celta tegen Ajax speelt.”

John schaterlachte, al twijfel ik nu ik het opschrijf of een hoog en lang iehihihihi in die categorie valt. “Wat doen we hier dan, in bed?!” vroeg John. Ik keek op de klok. Het was half elf, inderdaad een beschamende tijd om naar bed te gaan, zelfs als je op hoog niveau voetbalt. John wilde naar de kroeg, dus dat deden we. Hij kende nog een leuke tent op tweehonderd meter van zijn huis. Konden we rollend naar huis, zei hij.

Ik voelde me er ongemakkelijk bij. Ik wilde dat Ajax Celta zou verslaan, dat kon ’t Nederlands voetbal wel gebruiken en daarom was ik hier per slot van rekening. Maar dit was nou ook weer niet te bedoeling. Wat als we werden gefotografeerd terwijl John geknield en met open mond onder een fles sterke drank bij de bar zat (hij had nota bene het voorkomen van een halve Brit)? Kon ik dan aangeklaagd worden voor competitievervalsing? Viel het misschien zelfs onder matchfixing?

Een uurtje en twaalf biertjes verder – elf voor John – zei ik tegen hem dat ik naar huis wilde. Hij keek me met grote ogen en een WTF?!-blik aan. Ik verontschuldigde me. “Echt John, ik moet morgen nog ’t één en ander doen.” Uiteindelijk gaf hij zich over, en we liepen lallend naar huis. Ik acteerde, in de angst nog meer verwijten naar mijn hoofd te krijgen, als hij erachter zou komen wat mijn aandeel in het drinkgelag was geweest.

De volgende ochtend had ik een kater. John niet. Die was aan ’t opdrukken toen ik m’n ogen opende. Hij vroeg waarom ik hier nou eigenlijk was. Ik zweeg. ’s Avonds speelde hij 2-2 tegen Ajax – mijn doel was half geslaagd. Tegenover de NOS hoorde ik John zeggen dat hij vooral hoopte Ajax moe te hebben gespeeld, zodat zíjn Feyenoord in De Klassieker met 4-0 over de Amsterdammers heen kon. Het was een berekenende en populistische uitspraak waarvan hij wist dat hij Het Legioen ermee opzweepte. Ik ergerde me aan John, die al jaren geen Feyenoorder meer was, letterlijk duizenden kilometers van De Kuip was verwijderd, en hier een beetje stond te doen alsof hij Feyenoord een dienst had bewezen. Het ergste vond ik: ik had hem zelf op dat idee gebracht.


Reacties

Eén reactie op “Column: Logeren bij Guidetti”

  1. […] Column voor: Buitenkant Voet […]

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *