Burundi, Afrika Cup-debutant met een bloederig verleden

Met de uitbreiding van het deelnemersveld van 16 naar 24 landen, gaan een aantal landen komende zomer hun debuut maken op de Afrika Cup. Naast Madagascar en Mauretanië mag ook Burundi voor het eerst meedoen. Maak kennis met het piepkleine Oost-Afrikaanse land.

Burundi, veel mensen zullen het niet meteen op de wereldkaart kunnen aanwijzen. Verder dan ‘ergens in Afrika’ zal men over het algemeen niet komen in de beschrijving van de ligging van het land.

Zoals veel Afrikaanse landen viel ook Burundi ten prooi aan Europese kolonisten. Na een tijdje onder bewind van de Duitsers hebben gestaan, namen de Belgen het gezag over. Pas in de jaren ’60 werd het gebied onafhankelijk, en splitste het zich op in twee landen: de huidige staten Rwanda en Burundi.

In Rwanda was er in 1994 een gruwelijke genocide, waarbij honderdduizenden tutsi’s werden afgeslacht door de hutu’s. Een wereldwijd bekende volkerenmoord. Maar ook in buurland Burundi heeft heel veel bloed gevloeid, door dezelfde strijd tussen de hutu’s en de tutsi’s.

In 1972 was de eerste genocide in Burundi. President Michel Micombero, zelf een tutsi, voerde een ‘krijgswet’ in reactie op eerdere onrust in het land. Het leger vermoordde daarop tussen de honderdduizend en tweehonderdduizend hutu’s. Vervolgens wilden hutu’s uit omringende landen wraak nemen, en daarbij kwamen duizenden mensen om het leven.

Ongeveer twintig jaar later was er een tweede genocide. Op 21 oktober 1993 werd president Melchior Ndadaye, oprichter van de Burundese Hutupartij FRODEBU, vermoord. Dit leidde tot een nieuw conflict en dus tot een nieuwe slachtpartij. Sympathisanten van de partij van Ndadaye vermoordden rond de 25 duizend tutsi’s.

Ondanks de op het oog eeuwigdurende, zeer bloedige strijd tussen de twee bevolkingsgroepen, lag er in 2000 toch een vredesakkoord op tafel. Het duurde zes jaar voor iedere partij het verdrag had ondertekend, maar toen braken er eindelijk iets betere tijden aan voor Burundi. Zo werd in 2005 de nieuwe leider van het land, Pierre Nkurunziza, democratisch verkozen. Na twee termijnen wilde de president een derde termijn regeren, al was dat bij wet verboden. En zoals dat in een nog opkrabbelend land gaat, leidde dit tot hevige protesten van inwoners die uiteindelijk clashten met de politie.

Demonstranten werden gedood, radiostations werden gesloten, en ook de VN besloot zich ermee te bemoeien en de organisatie koos uiteindelijk de kant van Nkurunziza. Daarop besloten enkele tienduizenden Burundezen het land te verlaten, bang voor spanningen rondom de verkiezingen. Nadat er ook nog een vermoedelijke poging tot een staatsgreep werd gedaan, won Nkurunziza uiteindelijk de stemming. Maar, er was inmiddels afgesproken dat de derde termijn van de president slechts één jaar mocht duren.

Nog steeds is Burundi een zorgenkind. Mensenrechten zijn, op zijn zachtst gezegd, geen prioriteit in het Oost-Afrikaanse land. Zo is homoseksualiteit bij wet verboden (op straffe van maximaal 2 jaar gevangenis), sprak Human Rights Watch zijn zorgen uit over de algehele mensenrechten en het land is zelfs als eerste ter wereld uit het International Criminal Court (ICC) gestapt.

Burundi heeft duidelijk nog een lange weg te gaan.

Het voetballand

Door de oorlogen, conflicten en andere onrust heeft Burundi zich niet kunnen ontwikkelen tot een sportland, in het bijzonder tot een voetballand. Zo deed het land pas in 1996 voor het eerst mee aan de Olympische Zomerspelen. In dat jaar pakte de atleet Vénuste Niyongabo meteen het goud op de 5000 meter. Twintig jaar later zorgde France Niyonsaba voor de tweede, en voorlopig laatste medaille. Ze pakte zilver op de 800 meter.

Voor de voetballiefhebber is Burundi behoorlijk onbekend. ‘De Zwaluwen’ plaatsten zich dus nog nooit voor de Afrika Cup, maar ook op het WK waren ze nog nooit te bewonderen. Wel deden ze in 2014 mee aan de African Championship Of Nations, een soort Afrika Cup, maar dan met als extra restrictie dat landen alleen spelers mogen selecteren die in de eigen competitie spelen. Op dit toernooi strandde Burundi in de poulefase met vier punten uit drie wedstrijden.

Dan is er ook nog de CECACAF Cup, een toernooi voor landen uit Oost-Afrika (naast Burundi zijn dat bijvoorbeeld Rwanda, Kenia en Zanzibar). Een toernooi zonder kwalificatie, dus sinds 1999 was Burundi op elke editie aanwezig, behalve die van 2003. Vier keer eindigde het land op de toch wel roemloze vierde plaats, maar in 2004 werd de finale behaald. Helaas voorkwam Ethiopië een historische overwinning. ‘The Walyas Antilopes’ wonnen dankzij goals van Andualem Nigussie, Tesfaye Tafese en Anteneh Alamirew met 3-0.

En nu mag Burundi dus (eindelijk) debuteren op de Afrika Cup. En dan zou je zeggen: zo, dat Burundese voetbal zit in de lift. Maar dat valt tegen.

Sinds de jaren ’90 schommelt het Oost-Afrikaanse land standaard ergens tussen plek 100 en 150 op de FIFA-ranking. Ooit stonden ze zelfs 96e, maar in de laatste paar jaar is Burundi verder weggezakt naar plek 134, tussen Saint Kitts en Nevis en Turkmenistan. Van de CAF is het het 37e land (van de 54) in de lijst. Des te bijzonderder is het dat Burundi zich heeft weten te plaatsen voor de Afrika Cup.

Burundi werd voor de loting voor de kwalificatie nipt in pot 3 ingedeeld, en het land kwam terecht bij Mali, Zuid-Soedan en Gabon. Geen makkelijke poule voor een land dat zich nog nooit kwalificeerde, zou je denken. Maar Burundi had één troef: gelijkspelen. Van de zwakke broeder in de groep, Zuid-Soedan, won de ploeg beide wedstrijden (thuis met 3-0, uit met 2-5). De andere vier wedstrijden, tegen het land van Amadou Haïdara en tegen het land van Pierre-Emerick Aubameyang, werden gelijkgespeeld. Zo eindigde Burundi op tien punten, vier minder dan Mali, twee meer dan Gabon.

De vier remises, samen met de puntendelingen die Burundi haalde in oefenpotjes tegen Algerije en Ethiopië, laten zien dat het land een hecht collectief op de been kan brengen. Maar er is ook een sterspeler, en zijn naam is Fiston Abdul Razak. De spits scoorde in de kwalificatie zeven van de elf Burundese goals (waarvan vijf in de twee wedstrijden tegen Zuid-Soedan). Overigens heeft de selectie ook nog twee min of meer bekende namen: Saido Berahino is als speler van Stoke City degene die bij de meesten een belletje zal doen rinkelen. De tweede speler zit in de jeugd van NAC Breda, namelijk Mohammed Amissi. Overigens had in theorie nog een derde bekende speler in de selectie kunnen zitten: de in Duitsland geboren Thilo Kehrer heeft namelijk een Burundese moeder.

Op de Afrika Cup werd Burundi ingedeeld in poule B, samen met outsider voor de titel Nigeria, het Guinee van Naby Keïta en mede-debutant Madagascar. Een poule met mogelijkheden, zeker met gelijkspelen als grote kracht én een goudhaantje in de spits.


Reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *